Klachten aan de voet

Met behulp van het anatomisch model aan de linkerzijde van deze webpagina, kunt u diverse klachten nader toegelicht krijgen. Om informatie over een voor podotherapie aangewezen klacht te krijgen, gaat u met de muis op het betreffende lichaamsdeel staan en klikt u erop.

Op deze pagina worden klachten beschreven die te maken hebben met:

A. huid

B. tenen

C. voorvoet

D. middenvoet

E. achtervoet

A. Huid

Beschrijving Klacht Therapie
1. Eelt (callus, hyperkeratose)

 

Regelmatige terugkomende overmatige eeltvorming (ondanks behandeling pedicure) welke gepaard kan gaan met een branderig gevoel dan wel stekende pijn als gevolg van lokale overbelastingsplekken. Opheffen van de oorzaak door ontlastende orthese en/ of podotherapeutische zolen.
2. Likdoorn (clavus, kertoma, eksteroog)

 

Regelmatig terugkomende likdoorn (ondanks behandeling pedicure) welke stekende pijn veroorzaakt. Opheffen van de oorzaak door ontlastende orthese en/ of podotherapeutische zolen.
3. Littekens

 

Pijn bij overmatige eeltvorming. Opheffen van de oorzaak door ontlastende orthese en/ of podotherapeutische zolen.
4. Wonden (ulcera ook voor wonden op basis van diabetes mellitus)

 

Niet helen van wonden aan onderzijde en/ of bovenzijde van de voet. Opheffen van de oorzaak door ontlastende orthese en/ of podotherapeutische zolen en /of door schoeisel aan te passen dan wel te wijzigen.
5. Wratten (verrucae)

 

Bij langdurige of blijvende klachten en/ of pijn bij onvoldoende effect van een stikstofapplicatie of dectrotimer, chemische behandeling met bijvoorbeeld salicylzuur of ter voorbereiding voorafgaand aan een stikstofapplicatie. Ontlasten van de wrat door  podotherapeutische zolen, wrat wordt met zolen niet verwijderd maar wel drukvrij gelegd wat een gunstig effect heeft op de behandeling ervan.

B. Tenen

Beschrijving Klacht Therapie
1. Slijmbeurs(-ontsteking) (bursa/busitis)

 

Pijn, zwelling, roodheid, warmte. Drukvrij leggen met viltverband en/ of orthese. Opheffen van de oorzaak indien nodig door podotherapeutische zolen.
2. Ontsteking van het gewrichtskapsel (capsulitis) Met name pijn bij dragen schoeisel en bij belasting, gepaard met zwelling. Opheffen van de oorzaak door ontlastende orthese en/ of podotherapeutische zolen.
3. Chronisch uit de kom gaan (subluxatie) van tenen Pijn bij het gaan met name bij de afzet t.h.v. teengewrichten. Nagaan of de klachten niet veroorzaakt worden door het schoeisel. Bij acute fase tapen en vervolgens indien nodig opheffen van de oorzaak door ontlastende orthese en/ of podotherapeutische zolen.
4. Beenuitwas (exostosen/osteofyten)

 

Pijn ter hoogte van overmatige beenuitwas tijdens het lopen en/of in rust, veelal stekende en /of drukpijn. Opheffen van de oorzaak door ontlastende orthese en/ of podotherapeutische zolen en/of door schoeisel aan te passen dan wel te wijzigen.
5. Hamertenen/ klauwstand tenen

 

Pijnklachten a.g.v. overdrukplekken uiteinden tenen (apex digiti) of preventief bij kinderen (meestal geen klachten). Opheffen van de oorzaak door ontlastende orthese en/ of podotherapeutische zolen.
6. Over elkaar heen liggen van tenen (supra/infraductie digiti)

 

Pijnklachten a.g.v. wrijving (frictie) tussen de tenen (interdigitaal) of preventief bij kinderen (meestal geen klachten). Opheffen van de oorzaak door ontlastende orthese en/ of podotherapeutische zolen.
7. Wintertenen (perniosis/ fenomeen van Raynaud)

 

Koude tenen met name als het buiten koud is. Adviseren van wisselbaden aangevuld met voetverzorgings- en schoenadvies (verminderen van de druk van de schoen op de voet).

C. Voorvoet

Beschrijving Klacht Therapie
1. Ontsteking gewrichtskapsel t.h.v. overgang middenvoetsbeentje en teen (capsulitis MTP-gewricht) Pijn bij het gaan met name bij de afzet t.h.v. teengewrichten. Opheffen van de oorzaak door podotherapeutische zolen.
2. Doorgezakte voorvoet (pes transversus)

 

Pijn onder de bal van de voet t.h.v. het einde van het 2e en 3e en/ of 3e en 4e middenvoetsbeentje. Opheffen van de oorzaak door podotherapeutische zolen.
3. Beenuitwas (exostosen/ osteofyten)

 

Pijn ter hoogte van overmatige beenuitwas tijdens het lopen en/of in rust, veelal stekende en /of drukpijn. Opheffen van de oorzaak door ontlastende orthese en/ of podotherapeutische zolen en/of door schoeisel aan te passen dan wel te wijzigen.
4. Verdikking (met name) in een pees (ganglion) Verdikking in de voet gepaard met lokale pijnklachten. In sommige gevallen afhankelijk van de lokalisatie viltbandage, maar in het merendeel het opheffen van de oorzaak door podotherapeutische zolen en/of door schoeisel aan te passen dan wel te wijzigen.
5. Scheve grote teen (hallux (abducto) valgus)

 

Schoenproblematiek a.g.v. bredere voorvoet. Stadium 1: Opheffen van de oorzaak en ter voorkoming vordering klachten podotherapeutische zolen.

Stadium 2: Dysfunctie pezen welke aan grote teen hechten a.g.v. afwijkende teenstand (afglijden van musculus flexor hallucis longus en musculus extensor hallucis longus), opheffen van de oorzaak en ter voorkoming vordering klachten podotherapeutische zolen. Veelal een orthese ter correctie van de teenstand.

Stadium 3: Drukplekken met eeltvorming of erger op verschillende plaatsen bij de grote teen, opheffen van de oorzaak en ter voorkoming vordering klachten podotherapeutische zolen. Veelal een orthese ter correctie van de teenstand.

6. Verminderde beweeglijkheid/ verstijving t.h.v. overgang 1e middenvoetsbeentje en de grote teen (hallux limitus/rigidus)

 

Pijn t.h.v. overgang van het 1e middenvoetsbeentje en de grote teen, maar kan ook door verstoring in het looppatroon, a.g.v. deze bewegingsbeperking, waardoor elders in de voet klachten optreden en/ of knie, heup, rug. Een corrigerende podotherapeutische zool ter optimalisering van het gebruik van het desbetreffende gewricht en van de voetafwikkeling bij het lopen inclusief correctie van de achtervoet. Bij een beperking gericht op mobilisatie en bij een verstijving gericht op immobilisatie. Eventueel aangevuld met aanpassing van de schoen, maar blijvende aanpassing is vereist.
7. Jicht

 

Blijvende pijn t.h.v. overgang van het 1e middenvoetsbeentje en de grote teen ten gevolge van de druk van de schoen op de ontstane beenuitwas (exostose) waarbij medicamenteuze therapie niet voldoende verlichting geeft. Een corrigerende podotherapeutische zool ter ontlasting van het desbetreffende gewricht  i.c.m. schoenadvies.
8. Uitstralende pijn/ “doof” gevoel aan binnenzijde van de grote teen (Joplin’s neuroma/compressie-neuropathie van de nervus plantaris medialis aan de mediale zijde van het MTP-1) Uitstralende pijn/ “doof” gevoel aan binnenzijde van de grote teen. Opheffen van de oorzaak door podotherapeutische zolen.
9. Botbreuk van het 2e middenvoetsbeentje (marsfractuur)

 

Acute pijn (soms ook zwelling) tijdens inspanning. Na 2-4 weken is de breuk (fractuur) röntgenologisch vast te stellen. Opheffen van de oorzaak, immobilisatie door viltbandage en tape. Vaak is ter voorkoming van terugkomende (recidief) klachten t.g.v. overbelasting een corrigerende podotherapeutische zool nodig.
10. Uitstralende/ stekende pijn tussen meestal het 3e en 4e middenvoetsbeentje (mortonse neuralgie/ compressie-neuropathie van de nervus plantaris pedis in de intermetatarsale ruimte)

 

Hevige uitstralende/ stekende pijn tussen meestal het 3e en 4e middenvoetsbeentje gepaard met uitstraling in de tenen, doof gevoel in de tenen. Opheffen van de oorzaak door podotherapeutische zolen.
11. Overbelasting sesambeentje (Sesamoïditis)

 

Sterke pijn onder het uiteinde van het 1e middenvoetsbeentje, met name bij het op de tenen gaan staan en tijdens de afzet op de bal van de voet tijdens het lopen. In de acute fase drukvrij leggen met vilt, bandage, later podotherapeutische ontlastende zolen.
12. Slijmbeursontsteking t.h.v. het uiteinde van het kleinste middenvoetsbeentje (tailors bursitis aan de laterale zijde van het caput metatarsale 5, vaak met varisatie van digitus 5, abductie van het os metatarsale 5 en exostosevorimg) Pijn, roodheid en zwelling t.h.v het uiteinde van het kleinste middenvoetsbeentje. In de acute fase drukvrij leggen met viltverband, daarna protektieve orthese en of schoenaanpassing. Opheffen van de oorzaak vaak door het aanmeten van podotherapeutische zolen.
13. Zandteen of volleybalteen Pijn na over (grote) teen heen gevallen te zijn (plantairflexietrauma), eventueel gepaard met zwelling. Rust, ijsapplicaties. Taping ter stabilisatie van desbetreffende overgang van middenvoetsbeentje naar teen. Vaak ook spalken aan de andere teen/ tenen. Eventueel een ontlastende podotherapeutische zool toepassen. Na acute fase spierversterkende oefeningen.

D. Middenvoet

Beschrijving Klacht Therapie
1. Gewrichtsontsteking (arthritis) t.h.v. de gewrichten van de middenvoet Pijn ter hoogte van de gewrichten van de middenvoet (midtarsale gewrichten), vooral bij belasten.             Vaak in combinatie met fysio- en/of manueeltherapieontlastende podotherapeutische zolen. Regelmatig i.c.m. eenhakverhoging.
2. Aandoening van de aanhechting van de spier “musculus peroneus brevis” (insertietendopathie musculus peroneus brevis)

 

Pijn aan de buitenzijde van de voet t.h.v. de uitstulping aan het begin van het kleine middenvoetsbeentje (tuberositas os metatarsale 5). Opheffen van de oorzaak (meestal naar buiten staan (varusstand) van de voet) door podotherapeutische zolen.
3. Aandoening van de aanhechting van de spier “musculus tibialis anterior” (insertietendopathie musculus tibialis anterior)

 

Pijn bij de aanhechting van de desbetreffende pees t.h.v. het begin van het “os naviculare” (botstuk aan de binnenzijde van de middenvoet). Soms gepaard met zwelling, roodheid en warmte. Opheffen van de oorzaak (meestal het te veel naar binnen kantelen van de middenvoet (overpronatie tarsale complex) al dan niet gepaard met het naar binnen staan van het hielbeen (calcaneovalgus) door tapen en/of correctiezolen.
4. Aandoening van de aanhechting van de spier “musculus tibialis posterior” (insertietendopathie musculus tibialis posterior)

 

Pijn bij de aanhechting van de desbetreffende pees t.h.v. het begin van het “os naviculare” (botstuk aan de binnenzijde van de middenvoet). Soms gepaard met zwelling, roodheid en warmte. Opheffen van de oorzaak (meestal het te veel naar binnen kantelen van de middenvoet (overpronatie tarsale complex) al dan niet gepaard met het naar binnen staan van het hielbeen (calcaneovalgus) door tapen en/of correctiezolen.
5. Holvoet (pes cavus)

 

De pijn kan op zeer verschillende plaatsen aan de voet optreden, vooral aan de buitenzijde van de voet. Daarnaast komen ook frequent klauw- of hamertenen voor en pij onder de voorvoet. Ontlasting en drukverdeling door een compensatieve zool. Veelal is er sprake van verkorting van de kuitmusculatuur. In dat geval worden er ook rekoefeningen gegeven.
6. Pes planus (platvoet)

 

De pijn kan op zeer verschillende plaatsen aan de voet optreden, maar vooral in de voetholte en binnenzijde van de voet. Ook treedt pijn en vermoeidheid op na lopen of langdurig staan. Corrigerende podotherapeutische zool. (De platvoet blijft bestaan maar klachten worden minder/ verdwijnen en bij kinderen is afhankelijk van de mate van afwijking (deels) blijvende correctie mogelijk).

E. Achtervoet

Beschrijving Klacht Therapie
1. (Lokale) pijnklachten onder de hiel (calcaneodynie)

 

Pijn onder het hielbeen (calcaneus) bij belasting. Drukvrij leggen in geval van locale pijnklachten door viltbandage of  corrigerende, schokdempende podotherapeutische ontlastende zolen.
2. Onderhuidse ontsteking van de slijmbeurs (bursa) ter hoogte van de achillespees (bursitis subcutane achillei)

 

Pijn ter hoogte van de achillespees, neemt toe bij het naar beneden buigen van de voet. Opheffen van de oorzaak, veelal een instabiel looppatroon waardoor er wrijving ontstaat van de achillespees op de slijmbeurs, door corrigerende podotherapeutische zolen. Bij druk door het schoeisel schoenadvies en/of schoenaanpassing.
3. Zenuwbeknelling van de zenuw “nervus peroneus superficialis” (compressie-neuropathie van de nervus peroneus superficialis) Branderige oppervlakkige pijn t.h.v. het onderste deel aan de buitenkant (laterodistale) van het onderbeen, de wreef van de voet en de eerste vier tenen. Corrigerende podotherapeutische zolen ter vermindering van de tractie op het onderste deel aan de buitenkant van het onderbeen.
4. Irritatie/ontsteking van een peesblad onder de voet oftewel de “fascia/fasciitis plantaris” (irritatie/ontsteking van de aponeurosis plantaris)

 

Vooral (start-)pijn aan de onderzijde van de hiel met uitstraling naar de voetholte (het verloop van de fascia plantaris)., vaak ook gepaard met zwelling. Bij kort bestaande klachten kan taping voldoende zijn, bij langer bestaande (chronische) klachten en soms ter voorkoming van herhaling is het opheffen van de oorzaak vereist d.m.v. een corrigerende podotherapeutische zool. Bij verkorting van de kuitmusculatuur ook altijd rekoefeningen soms begeleid door taping. Rust, gevolgd door het opbouwen van de belastbaarheid is noodzakelijk.
5. Hielspoor, kalkafzetting onder het hielbeen t.h.v. de oorsprong van de het peesblad de “fascia plantaris” (Calcifisering onder de calcaneus, meestal t.h.v. de origo van de fascia plantaris)

 

Met name pijn bij/na belasting onder het hielbeen, veelal is een fasciitis plantaris de oorzaak van de klachten. Correctie van de achterliggende oorzaak, corrigerende podotherapeutische zolen met specifieke uitsparing t.h.v. locale pijn i.c.m. schokdemping.
6. Tarsaal tunnel syndroom, beklemming van de zenuw de “nervus tibialis” onder een botstuk aan de binnenzijde van het hielbeen achter de binnenkant van de enkel (Compressie van de nervus tibialis onder het retinaculum flexorum achter de mediale malleolus)

 

Uitstralende pijn vanaf de binnenzijde van de enkel. Vaak ook alleen verspreide (diffuse) pijn rond de hiel en/of voetzool. Opheffen van de oorzaak (meestal het te veel naar binnen kantelen van de middenvoet (overpronatie tarsale complex) al dan niet gepaard met het naar binnen staan van het hielbeen (calcaneovalgus) door tapen en/of correctiezolen.
7. Beenuitwas aan de achterzijde van het hielbeen (Haglundse exostose)

 

Pijn aan de achterzijde van het hielbeen, vaak ook iets zwelling. Ontlasting met viltbandage, schoenaanpassing. Opheffen van de oorzaak door podotherapeutische zolen om zo de wrijving te verminderen ter hoogte van de beenuitwas.
8. Instabiliteit van de enkel

 

Bij pijnklachten of veelvuldig zwikken. De pijn kan op zeer verschillende plaatsen zijn gelokaliseerd. Opheffen van de oorzaak door podotherapeutische stabiliserende zolen. Eventueel in combinatie met oefentherapie.